Djúpalónssandur (IJslandse uitspraak: u200b[ˈtjuːpaˌlounsˌsantʏr̥ ]) is een zandstrand en baai aan de voet van Snæfellsjökull in IJsland. Het was ooit de thuisbasis van zestig vissersboten en een van de meest productieve vissersdorpen op het schiereiland Snæfellsnes, maar tegenwoordig is de baai onbewoond.
In Djúpalónssandur bevinden zich vier hefstenen die door vissers worden gebruikt om hun kracht te testen. Ze zijn Fullsterkur [ˈfʏtl̥ˌstɛr̥kʏr̥] ("full strength") met een gewicht van 154 kg, Hálfsterkur [ˈhaulvˌstɛr̥kʏr̥] ("halve sterkte") bij 100 kg, Hálfdrættingur ...Lees meer
Djúpalónssandur (IJslandse uitspraak: u200b[ˈtjuːpaˌlounsˌsantʏr̥ ]) is een zandstrand en baai aan de voet van Snæfellsjökull in IJsland. Het was ooit de thuisbasis van zestig vissersboten en een van de meest productieve vissersdorpen op het schiereiland Snæfellsnes, maar tegenwoordig is de baai onbewoond.
In Djúpalónssandur bevinden zich vier hefstenen die door vissers worden gebruikt om hun kracht te testen. Ze zijn Fullsterkur [ˈfʏtl̥ˌstɛr̥kʏr̥] ("full strength") met een gewicht van 154 kg, Hálfsterkur [ˈhaulvˌstɛr̥kʏr̥] ("halve sterkte") bij 100 kg, Hálfdrættingur [ˈhaulvˌtraihtiŋkʏr̥] ("zwak") bij 54 kg en Amlóði [ˈamˌlouːðɪ] ("Useless") 23 kg. Ze werden traditioneel gebruikt om mannen te kwalificeren voor werk op vissersboten, waarbij de Hálfdrættingur het minimale gewicht was dat een man op heuphoogte op een richel zou moeten tillen om zich te kwalificeren.
Op het strand zijn overblijfselen van de Grimsby-vistrawler Epine (GY7) die daar op 13 maart 1948 verging.
Reactie toevoegen