Kilimanjaro (berg)

De Kilimanjaro ([kilimɑnˈdʒaːroː]?) is een bergmassief in de gelijknamige regio in het noordoosten van Tanzania. Het massief bestaat uit drie aaneengesloten stratovulkanen die in de periode tussen 2,5 miljoen en 150 000 jaar geleden zijn ontstaan: de Shira, de Mawenzi en de Kibo. De Shira is de oudste van deze drie. Deze uitgedoofde vulkaan is voor een groot deel ingestort en bestaat enkel nog uit een gekartelde bergkam. De later ontstane Mawenzi, inmiddels eveneens uitgedoofd, is de op twee na hoogste berg in Afrika. De jongste vulkaan van de Kilimanjaro is de Kibo, een slapende vulkaan. Met 5895 meter is dit de hoogste berg van Afrika. De top van de Kibo is over een oppervlakte van ruim elf vierkante kilometer bedekt met gletsjers en ijsvelden.

Door zijn hoogte en de geïsoleerde ligging ten opzichte van overige gebergtes kent de Kilimanjaro een gevarieerde ecologie. De omringende savannes zijn droog en warm en de berghellingen herbergen divers...Lees meer

De Kilimanjaro ([kilimɑnˈdʒaːroː]?) is een bergmassief in de gelijknamige regio in het noordoosten van Tanzania. Het massief bestaat uit drie aaneengesloten stratovulkanen die in de periode tussen 2,5 miljoen en 150 000 jaar geleden zijn ontstaan: de Shira, de Mawenzi en de Kibo. De Shira is de oudste van deze drie. Deze uitgedoofde vulkaan is voor een groot deel ingestort en bestaat enkel nog uit een gekartelde bergkam. De later ontstane Mawenzi, inmiddels eveneens uitgedoofd, is de op twee na hoogste berg in Afrika. De jongste vulkaan van de Kilimanjaro is de Kibo, een slapende vulkaan. Met 5895 meter is dit de hoogste berg van Afrika. De top van de Kibo is over een oppervlakte van ruim elf vierkante kilometer bedekt met gletsjers en ijsvelden.

Door zijn hoogte en de geïsoleerde ligging ten opzichte van overige gebergtes kent de Kilimanjaro een gevarieerde ecologie. De omringende savannes zijn droog en warm en de berghellingen herbergen diverse vegetatiezones, van tropische regenwouden tot toendra's. Deze hellingen werden drieduizend jaar geleden al bewoond en hebben tegenwoordig de status van nationaal park.

In het afgelopen millennium hebben zich rond de Kilimanjaro drie volken gevestigd, de Wachagga, de Ngasa en de Masai. Het bergmassief was voor Arabische karavanen een baken waarmee zij konden navigeren op hun reizen door het Afrikaanse binnenland. Berichten over een besneeuwde berg in tropisch Afrika bereikten Europa in de 19e eeuw. De zendeling Johannes Rebmann was in 1848 de eerste Europeaan die de berg bezocht en vanaf die tijd deden Europese ontdekkingsreizigers en avonturiers pogingen om de berg te beklimmen. In 1889 bereikten Hans Meyer en Ludwig Purtscheller voor het eerst Uhuru Peak, het hoogste punt van de Kibo. De top van de Mawenzi werd na verschillende pogingen voor het eerst bereikt in 1912. In de jaren 30 van de 20e eeuw werd het bergmassief een populaire bestemming voor bergbeklimmers en tegenwoordig wordt de Kilimanjaro jaarlijks door tienduizenden toeristen bezocht.

  Voor de geologische geschiedenis, zie het hoofdstuk Geologie

De Kilimanjaro werd waarschijnlijk al vroeg in het Holoceen bezocht door herders van de Masai.[1] Archeologen hebben aan de voet van de Kilimanjaro stenen kommen gevonden, die wijzen op nederzettingen in 1000 v.Chr. of eerder. De omgeving van het bergmassief bood veel voordelen voor volken die er zich vestigden. De vruchtbare grond en de grote biodiversiteit voorzagen in voedsel en er was vers drinkwater voorhanden, alsmede nuttige materialen als stenen, hout en plantenvezels. De volken rond de Kilimanjaro verhaalden hun geschiedenis aanvankelijk in orale vorm, vaak gekleurd door eigen mythen en legenden.

Eerste vermeldingen

Het oudst bekende verslag waarin de berg mogelijk wordt vermeld, is opgetekend door de 2e-eeuwse geograaf Claudius Ptolemaeus in zijn Geographia. In dit verslag, dat hij vermoedelijk mede baseerde op informatie uit de tweede of derde hand van zeelieden, wordt een "grote besneeuwde berg" beschreven, gelegen in een land vol barbaarse kannibalen. Het is niet met zekerheid te zeggen of Ptolemaeus hier een beschrijving geeft van de Kilimanjaro, aangezien zijn beschrijving bijvoorbeeld ook zou kunnen slaan op Mount Kenya. De Periplus van de Erythreïsche Zee is vermoedelijk een eeuw eerder geschreven en bevat wel een beschrijving van de Tanzaniaanse kust, maar geen mogelijke aanwijzingen voor de Kilimanjaro. Als de beschrijving door Ptolomaeus inderdaad de Kilimanjaro betreft, betekent dit volgens sommige historici dat de berg door de buitenwereld werd ontdekt in de periode tussen het schrijven van de Periplus en Geographia, in de tweede helft van de eerste of in de eerste helft van de tweede eeuw.[2]

 
Twee Wachagga langs de Weruweru, een stroom op de helling van de Kilimanjaro[3]

Waarschijnlijk diende de Kilimanjaro al sinds de 6e eeuw als navigatiepunt voor Arabische handelaren uit Oman, die eeuwenlang met hun karavanen vanaf de oostkust van Afrika de binnenlanden doorkruisten. Bekend is dat zij handel voerden met de Masai en Bantoevolken die tussen de 11e en 15e eeuw naar de hellingen van de Kilimanjaro trokken. De Wachagga die hier nu leven zijn nakomelingen van deze Bantoevolken.[4] De Arabische cartograaf Abu’l Fida beschreef in de 13e eeuw een berg in de binnenlanden die "wit van kleur" was. Dit zou eveneens een verwijzing kunnen zijn naar de Kilimanjaro, maar ook dit is niet met zekerheid te zeggen. Hetzelfde geldt voor de beschrijving van een kroniekschrijver die in 1225 reisde op een Chinees koopvaardijschip, waarin vermeld wordt "dat het land ten westen van Zanzibar zich uitstrekt tot aan een grote berg".[5]

Aan het einde van de 15e eeuw viel het handelsmonopolie van de Arabieren langs de oostkust van Afrika in handen van de Portugezen. Die namen veel steden langs de kust in, waaronder Mombassa in 1507. De Spaanse cartograaf Martín Fernández de Enciso bezocht deze stad met het doel de binnenlanden in kaart te brengen. Hij ondervroeg er Arabische handelaren en beschreef zijn bevindingen in Suma de Geographia, dat in 1519 werd gepubliceerd. Dit werk verhaalt over een "Ethiopische Berg Olympus ten westen van Mombassa" en wat verder weg de "Bergen van de Maan, die de bronnen van de Nijl bevatten".[a] De "Ethiopische Berg Olympus" wordt door veel historici gezien als de eerste vermelding die met zekerheid betrekking heeft op de Kilimanjaro.[6]

Toenemende geruchten in de 19e eeuw
 
Arabische karavaanroutes vanuit Zanzibar in de 19e eeuw

In 1698 viel het eiland Zanzibar in handen van Oman. Het werd het centrum van de Arabische slavenhandel en het startpunt van een groot aantal karavaanroutes, die tot diep in de binnenlanden van Oost-Afrika liepen.[7] De invloedssfeer van de Arabieren breidde zich hierdoor steeds verder uit en uiteindelijk verdreven zij in de 19e eeuw de Portugezen uit Tanzania.

De Arabieren gingen bondgenootschappen aan met de Britten, die op hun beurt handelsposten plaatsten in Zanzibar. Europeanen die deze handelsposten bezochten, hoorden geruchten over een grote berg in de binnenlanden van Afrika. De Arabische slavenhandelaar Khamis bin Uthman bezocht in 1834 Londen, waar hij Britse politici en geleerden ontmoette. Hij sprak lange tijd met de Ierse geograaf William Desborough Cooley van de Royal Geographical Society, die naar aanleiding van dit gesprek een uitgebreid rapport schreef, getiteld The Geography of N'yassi, or the Great Lake of Southern Africa, Investigated. Hierin wordt de Kilimanjaro voor de eerste maal bij name genoemd, zij het foutief gespeld:

The most famous mountain of Eastern Africa is Kirimanjara, which we suppose, from a number of circumstances to be the highest ridge crossed on the road to Monomoezi.

(De beroemdste berg van Oost-Afrika is Kirimanjara, waarvan we aan de hand van een aantal omstandigheden veronderstellen dat het de hoogste bergkam is op de weg naar Monomoezi.)

— William Desborough Cooley[8]

In dezelfde periode begonnen westerse wetenschappers nieuwsgierig te worden naar de locatie waar de Nijl ontspringt. Als zij af moesten gaan op het verslag van Martín Fernández de Enciso, lagen de bronnen van de Nijl in de buurt van de Kilimanjaro. Ontdekkingsreizigers als Richard Francis Burton en John Hanning Speke gingen op onderzoek uit in het gebied dat tegenwoordig bekendstaat als Tanzania.[9]

Rebmann en Krapf (1844-1849)

Met het uitbreiden van de Britse invloedssfeer kwamen ook protestantse zendelingen naar Oost-Afrika. In 1844 arriveerde de Duitse zendeling Johann Ludwig Krapf van de Church Mission Society met zijn zwangere vrouw in Mombassa om er zendingsposten op te richten. Krapfs vrouw beviel van een dochter, maar het gezin kreeg malaria en zowel moeder als dochter stierven. Nadat Krapf voldoende hersteld was, zette hij in 1846 zijn eerste zendingspost op in Rabai Mpya, een buitenwijk van Mombassa. Omdat hij vrijwel geen resultaten boekte onder de plaatselijke moslimbevolking, maakte hij plannen om zijn werk elders voort te zetten.[10] In datzelfde jaar kreeg hij hulp van de 26-jarige Duitser Johannes Rebmann, die in oktober 1845 zijn opleiding tot zendeling in Londen had voltooid.[11]

In 1847 stichtten beide zendelingen een post in de nabijheid van de berg Kasigau, maar ook hier bleef de bevolking de islam verkiezen boven het christendom. Krapf en Rebmann besloten om weer verder te trekken en hoorden van Arabische handelaren van een plaats genaamd Chagga. Hier woonden de Wachagga, een volk dat naar verluidt regelmatig kampte met extreem lage temperaturen. Sommigen beweerden dat de nabijgelegen berg werd beschermd door djinns[b] en dat de top ervan bedekt was met zilver. Karavaanleider Bwana Kheri vertelde de twee zendelingen dat deze berg Kilimansharo werd genoemd en bood aan om hen daarheen te vergezellen. Op 27 april 1848 vertrok Rebmann samen met Bwana Kheri en acht dragers via een karavaanroute naar de berg. Krapf bleef achter omdat hij nog te verzwakt was om de reis te kunnen maken.[12] Op 11 mei zag Rebmann de berg voor het eerst. In zijn reisverslag schreef hij het volgende:

Johannes Rebmann 

At about ten o’clock, (I had no watch with me) I observed something remarkably white on the top of a high mountain, and first supposed that it was a very white cloud, in which supposition my guide also confirmed me, but having gone a few paces more I could no more rest satisfied with that explanation; (...) the most delightful recognition took place in my mind, of an old well-known European guest called snow.

(Rond tien uur (ik had geen horloge bij me), zag ik iets merkwaardig wits op de top van een hoge berg en ik nam aanvankelijk aan dat het een heel witte wolk was. Mijn gids bevestigde mijn vermoeden, maar toen we dichterbij kwamen kon ik me niet meer vinden in deze uitleg; (...) de meest verrukkelijke herkenning kwam in mij op, van een oude bekende Europese gast, genaamd sneeuw.)

— Johannes Rebmann[13]

Zowel geograaf Halford John Mackinder als ontdekkingsreiziger Harry Johnston erkenden dat zendeling Johannes Rebmann de eerste Europeaan was die het bestaan van de Kilimanjaro bevestigde.

Tijdens een tweede bezoek in november 1848 onderscheidde Rebmann duidelijk de Kibo en de Mawenzi, gescheiden door het zadelplateau. In april 1849 bezocht hij de berg voor de derde maal en beklom deze naar eigen zeggen tot net onder de sneeuwgrens.[9] In zijn verslagen verklaarde Rebmann dat de inheemse bevolking de berg beklommen had om de op zilver lijkende substantie te bemachtigen, die tijdens de afdaling veranderde in water.[14] Krapf bezocht samen met Rebmann de berg in november van dat jaar, toen het tweetal een reis door Oost-Afrika maakte.[c][9]

Karl Klaus von der Decken (1861-1862)
 
Baron Karl Klaus von der Decken leidde de eerste klimexpedities op de berg

De verslagen van Rebmann en Krapf over een met sneeuw bedekte berg in de tropen wekten veel verwondering onder westerse wetenschappers, van wie velen sceptisch waren. Zij twijfelden er niet aan dat er met sneeuw bedekte bergtoppen rond de evenaar konden bestaan, daar ze wisten dat deze in de Andes ook voorkomen. Ze konden echter niet geloven dat de Kilimanjaro hoog genoeg was om in dit tropische gebied een sneeuwgrens te hebben, waarboven de sneeuw gedurende het hele jaar bleef liggen.[15] Een aantal van hen meende dat de zendelingen witte rotsen voor sneeuw hadden aangezien.[14] In zijn boek Inner Africa laid open uit 1852 verklaarde William Desborough Cooley dat het bestaan van sneeuw op de Kilimanjaro enkel door lokale overleveringen werd gestaafd.[16]

De Duitse ontdekkingsreiziger baron Karl Klaus von der Decken besloot, na een mislukte poging om het Malawimeer te bereiken, om een eind te maken aan de scepsis over de besneeuwde toppen van de Kikimanjaro en de berg zelf te gaan beklimmen. Onderweg naar Mombassa ontmoette hij in 1861 de Engelse geoloog Richard Thornton, die juist door David Livingstone uit zijn Zambezi-expeditiegroep was gezet. Thornton had besloten om zijn geologisch onderzoek in Oost-Afrika voort te zetten en Von der Decken wist hem over te halen om hem naar de Kilimanjaro te vergezellen.[17]

Op 29 juni 1861 vertrokken Von der Decken en Thornton uit Mombassa. Ze reisden met een karavaan in ruim een maand naar de Kilimanjaro.[17] Thornton schatte de hoogte van de berg tussen de 6039 en 6296 meter en concludeerde dat het bergmassief uit drie vulkanen bestond, waarvan de Shira de oudste en de Kibo de jongste is. Ook ontdekte het tweetal Mount Meru, een actieve vulkaan die ten zuidwesten van de Kilimanjaro ligt.[14] Daarnaast bevatten de aantekeningen van Thornton beschrijvingen van onder andere de lokale cultuur en de vegetatie rond de berg.[17]

 
Houtgravure met Kilimanjaro's besneeuwde bergtoppen, naar een schets van Von der Decken[18]

Voor de beklimming van de Kilimanjaro huurden Von der Decken en Thornton meer dan vijftig dragers. Na een tocht van drie dagen bereikten ze een hoogte van 2460 meter, waar ze vanwege hevige neerslag hun klim moesten onderbreken. Ze werden door hun dragers in de steek gelaten en zagen zich gedwongen om te keren.[17] Toch was hun expeditie geslaagd, aangezien ze de sneeuw duidelijk als een dikke deken over de Kibo hadden zien liggen en een gletsjer op de zuidelijke helling hadden ontwaard.[14] Thorntons reisverslag overtuigde de meeste wetenschappers ervan dat de Kilimanjaro inderdaad een besneeuwde top had. Cooley bleef dit echter met klem ontkennen.[19][20]

Ook in december 1862, toen Von der Decken met de Duitse ontdekkingsreiziger Otto Kersten een tweede expeditie naar de berg maakte, mislukte een poging om de besneeuwde top te bereiken. Deze keer kwam Von der Decken boven de boomgrens en bereikte een hoogte van 4300 meter. Tijdens de klim kwam het tweetal terecht in een hevige sneeuwstorm die hen dwong terug te keren.[15] Ook Von der Decken en Kersten gaven een uitvoerige beschrijving van de flora en fauna op en rond de berg. Op basis van deze beschrijvingen ontdekten biologen hier later een groot aantal onbekende planten en dieren. Enkele daarvan werden naar het tweetal vernoemd, zoals Lobelia deckenii, de von der deckens tok (Tockus deckeni) en de kameleon Rieppeleon kerstenii.[21]

Charles New (1871-1875)

Von der Decken sprak na zijn tweede poging met Charles New, een Engelse zendeling die een post nabij Mombassa had en een protegé was van Krapf. New was op zoek naar een locatie voor een nieuwe zendingspost en Von der Decken bracht hem op het idee om de Wachagga te bezoeken. New zocht Rebmann op om inlichtingen in te winnen en vertrok in juli 1871 naar de Kilimanjaro. Na een mislukte eerste poging om de top te bereiken, besloot hij om het in augustus nog eens te proberen, nu via de zuidoostelijke zijde van de Kibo. Ditmaal bereikte hij een hoogte van 4000 meter en kwam er tot voorbij de sneeuwgrens.[22] New schreef in zijn verslag:

Charles New 

The snow was on a level with my eye, but my arm was too short to reach it. My heart sank, but before I had time fairly to scan the position my eyes rested upon snows at my very feet! There it lay upon the rocks below me in shining masses, looking like newly washed and sleeping sheep!

(Ik zag sneeuw op ooghoogte, maar mijn armen waren te kort om het aan te kunnen raken. Het hart zonk mij in de schoenen, maar voor ik tijd had om het hele gebied enigszins te overzien viel mijn oog op sneeuw beneden mijn voeten! Daar lag het op de rotsen onder mij in blinkende massa's, het leek op pasgewassen slapende schapen!)

— Charles New[23]
 
Charles New maakte gedetailleerde kaarten van de Kilimanjaro en zijn omgeving[23]

New was de eerste Europeaan die in tropisch Afrika door de sneeuw wandelde. Hij maakte bovendien een uitvoerige studie van de omgeving en bezocht veel onontdekte plaatsen, zoals het Chalameer ten zuidoosten van de Mawenzi. New beschreef zijn ervaringen in het boek Life, Wanderings, and Labours in Eastern Africa,[23] dat in Engeland definitief een eind maakte aan de twijfel over de besneeuwde toppen van de Kilimanjaro.[24]

In december 1874 reisde New opnieuw naar de nederzettingen van de Wachagga. Arabische slavenhandelaren, inmiddels op de hoogte van News pogingen om de slavernij te verbieden, zetten Mandara, de hoofdman van Moshi, en andere Wachagga-hoofdmannen op tegen New.[d] Deze hoofdmannen verkochten aan de Arabieren hun krijgsgevangen uit stammenoorlogen en beseften dat New een gevaar voor deze lucratieve handel betekende. Toen de zendeling de Kilimanjaro naderde, werd hij door Wachagga aangevallen en van vrijwel al zijn bezittingen beroofd. Verzwakt door dysenterie keerde New in februari 1875 terug naar Mombassa, waar hij op 14 februari van uitputting stierf.[24]

Beklimmingen in 1883

Kort na 1880 werd een spoorlijn aangelegd die Dar es Salaam verbond met Ujiji aan het Tanganyikameer. Doordat deze spoorlijn dicht langs de Kilimanjaro liep, was een reis naar de berg nu veel eenvoudiger. Toch werd de Kilimanjaro slechts sporadisch door Europeanen bezocht, waarschijnlijk als gevolg van de aanval op New.[26] De Duitse ontdekkingsreiziger Gustav Fischer deed de berg in 1883 aan toen hij van Mount Meru naar het Naivashameer in Kenia reisde en meldde in een rapport dat de omgeving van de berg weer veilig was. De Schotse geoloog Joseph Thomson bereikte in datzelfde jaar de noordelijke zijde van de Kilimanjaro toen hij door het grondgebied van de Masai trok. Hij deed een poging om de berg te beklimmen, maar kwam niet hoger dan 2700 meter.[27]

Aangemoedigd door Fischers verslag, stuurde de Royal Geographical Society Harry Johnston naar de berg om de flora en fauna van de omgeving te beschrijven. Hij was de derde Europeaan die de berg in 1883 bezocht. Johnston beweerde tot een hoogte van 5000 meter te zijn geklommen en vermeldde erbij dat de beklimming zo eenvoudig was dat hij zelfs geen wandelstok nodig had. Aan zijn rapportages werd weinig geloof gehecht door Britse wetenschappers.[28] Johnstons verslagen trokken echter wel de aandacht van Europese politici. Johnston beschreef de omgeving van de berg in zijn boek The Kilima-njaro Expedition als zeer vruchtbaar en met een gezond klimaat; een uitstekend land om te koloniseren.[e]

Duitse kolonisatie (1885-1886)
  Zie ook Wedloop om Afrika
 
Kaart van Duits-Oost-Afrika. De grens met Brits-Oost-Afrika bestaat uit rechte lijnen, met uitzondering van een knik om de Kilima-Ndscharo.[30]

In die periode lag een groot deel van Oost-Afrika in de invloedssfeer van het sultanaat Zanzibar. In 1884 verscheen een expeditie van het Gesellschaft fur deutsche Kolonisation (GfdK) in Oost-Afrika. Deze GfdK was een particuliere onderneming van de Duitse kolonist Carl Peters, die tot doel had Duitse koloniale gebieden te verwerven in overzeese landen. Op slinkse wijze slaagden de expeditieleden erin Oost-Afrikaanse hoofdmannen in het Duits gestelde verdragen te laten ondertekenen. Daarmee droegen de hoofdmannen de exploitatierechten op hun gebied over aan het GfdK, in ruil voor protectie. Zo kwam ook de Kilimanjaro onder zeggenschap van het GfdK.[31]

In 1885 werden deze verdragen door het Duitse Keizerrijk erkend. De sultan van Zanzibar protesteerde tegen deze gang van zaken en zette zijn leger in om de hoofdmannen weer onder zijn gezag te brengen. Rijkskanselier Otto von Bismarck reageerde daarop door vijf oorlogsschepen te sturen die op 7 augustus 1885 hun kanonnen richtten op het paleis van de sultan. Daarop bond de sultan in; hij erkende de Duitse aanspraken en de Kilimanjaro werd officieel Duits koloniaal gebied.[31]

De Duitse kolonisatie doorkruiste de Britse plannen om in Afrika een kolonie te vestigen "van Kaap tot Caïro". In oktober 1886 begonnen Britse en Duitse diplomaten in Londen geheime onderhandelingen om het koloniale gebied in Oost-Afrika onder elkaar te verdelen. Daarbij werd overeengekomen dat het zuidelijk deel van Oost-Afrika, inclusief het gebied rond het Tanganyikameer en de Kilimanjaro, Duits-Oost-Afrika zou vormen en noordelijk Oost-Afrika, met daarin de havenstad Mombasa, Brits-Oost-Afrika. De grens tussen de twee gebieden was een rechte lijn, met uitzondering van een knik om de Kilimanjaro, de hoogste Duitse berg van dat moment.[32] De naam van het bergmassief werd veranderd in Kilima-Ndscharo.[33] In 1887 ging de GfdK op in het nieuw opgerichte Deutsch-Ostafrikanische Gesellschaft (DOAG), met Carl Peters als president.[34]

Beklimmingen in 1887 en 1888

In juni 1887 trachtten de Hongaar Sámuel Teleki en de Oostenrijkse luitenant Ludwig von Höhnel de top te bereiken vanaf het zadelplateau dat de Kibo en de Mawenzi verbindt. Höhnel stopte op een hoogte van 4950 meter, maar Teleki klom door tot voorbij de sneeuwgrens en bereikte met 5300 meter een nieuw hoogterecord.[35] Toen Teleki en Von Höhnel weer terug bij de voet van de Kilimanjaro waren, ontmoetten zij de Duitse geograaf Hans Meyer en de Duitse baron Ernst Albrecht von Eberstein, die op dat moment voorbereidingen troffen om de berg te beklimmen.[36] Meyer en Von Eberstein strandden op een hoogte van 5486 meter omdat ze niet beschikten over de juiste uitrusting om de gletsjers te beklimmen.[26]

Meyer keerde in 1888 terug naar Duits-Oost-Afrika met de Oostenrijkse cartograaf Oscar Baumann. Juist op dat moment keerden Arabische handelaren en Afrikaanse stammen zich onder leiding van handelaar en plantage-eigenaar Abushiri ibn Salim al-Harthi tegen de Duitse overheersing, een gebeurtenis die bekendstaat als de Abushiri-opstand. Meyer en Baumann werden gevangengenomen en voor Abushiri geleid, die hen dwong een borgsom te betalen en afstand te doen van hun gehele uitrusting. Daarna werden de twee vrijgelaten en konden ze terugkeren naar Europa.[37]

In de herfst van 1888 arriveerden de Amerikaanse bioloog William Louis Abbott en de Duitse ontdekkingsreiziger Otto Ehrenfried Ehlers bij de Kilimanjaro. Abbott verzamelde een groot aantal specimina van de flora en fauna rond de berg. Zo ontdekte hij de later naar hem vernoemde Abbotts duiker (Cephalophus spadix) en stuurde een volwassen exemplaar ervan naar Europa.[f] Abbott en Ehlers trachtten om de top van de Kibo te bereiken via de noordwestelijke helling, maar Abbott gaf het spoedig op omdat hij zich onwel begon te voelen. Ehlers klom naar eigen zeggen door tot de top en rapporteerde dat deze 5904 meter boven het zeeniveau lag.[39] Later trok hij deze bewering in en gaf hij toe de top niet te hebben gehaald.[40]

Hans Meyer (1889)
 
Mandara, de beruchte hoofdman van Moshi[41]

In 1889 keerde Hans Meyer terug voor zijn derde poging om de top van de Kibo te bereiken, ditmaal in gezelschap van de Oostenrijkse gymnastiekleraar Ludwig Purtscheller. Voordat ze de berg beklommen brachten Meyer en Purtscheller een bezoek aan Mandara in Moshi. Dit was de Wachagga-hoofdman die zich tegen Charles New had gekeerd, maar zijn relatie met Europeanen was nu aanzienlijk verbeterd. Mede dankzij bondgenootschappen met het Duitse koloniale leger en wapenleveranties was Mandara de machtigste hoofdman op de Kilimanjaro geworden.[42]

 
Expeditieleider Hans Meyer voor de ingang van het basiskamp aan de voet van de Kilimanjaro

Bij de beklimming kregen Meyer en Purtscheller hulp van zestien Afrikanen. Onder hen waren Wachagga uit Marangu, een gids die Mandara ter beschikking stelde en twee vrijwilligers die Meyer het jaar daarvoor ook op zijn expeditie hadden begeleid, namelijk de kok Mwini Amani en een gids genaamd Ali. Op verschillende hoogtes werden drie kampplaatsen ingericht: Abbotts kamp op een hoogte van 3894 meter, Kibo-kamp op 4263 meter hoogte en een klein kamp vlak bij een rots op een hoogte van 4578 meter, net onder de eerste gletsjers. Op deze wijze hoefde de expeditie niet na iedere mislukte poging helemaal naar het basiskamp af te dalen. De kampen werden om de paar dagen voorzien van genoeg brandhout en vers voedsel, dat de dragers uit Marangu aan de voet van de berg haalden.[26]

 
De routes van Hans Meyer en Ludwig Purtscheller op de Kibo en de Mawenzi[43]

Ruim vijf weken na vertrek bereikten het tweetal en hun gidsen op 3 oktober via een gletsjer de kraterrand. Hans Meyer noemde de gletsjer de Ratzelgletsjer, een eerbetoon aan zijn oud-leraar in de geografie, Friedrich Ratzel. Het uithakken van voetsteunen in het ijs van de gletsjer was echter dermate uitputtend, dat ze onvoldoende energie over hadden om door te klimmen tot het hoogste punt van de kraterrand. Drie dagen later, op 6 oktober 1889, slaagden ze daar wel in.[37] Hans Meyer noemde dit punt de Kaiser-Wilhelm-Spitze, een eerbetoon aan keizer Wilhelm II van Duitsland.[44] In 1989 werd aan de hand van oude foto's en documenten de Mchagga Yohani Kinyala Lauwo uit het dorp Marangu geïdentificeerd als een van de gidsen die het tweetal tot de top vergezelden.[g][45] Deze identificatie wordt echter niet algemeen geaccepteerd, daar Lauwo in dat geval ongeveer 125 jaar moet zijn geweest toen hij in 1996 stierf.[46]

Kort na de beklimming van de Kibo trachtten Meyer en Purtscheller de top van de Mawenzi te bereiken, maar ze werden onwel en kwamen niet hoger dan de top van wat nu bekendstaat als Klute Peak, een bergtop van 3952 meter hoogte.[47] Na gerust te hebben in hun basiskamp, beklommen ze op 18 oktober de Kibo voor een tweede maal, met als doel om de krater te bestuderen. Ditmaal klommen ze via een bres die tegenwoordig de Hans Meyers Notch wordt genoemd. In totaal bracht het tweetal zestien dagen door boven de 4600 meter.[48]

In 1890 publiceerde Hans Meyer het boek Ostafrikanische Gletscherfahrten, dat een verslag bevat van zijn expeditie en een beknopte geschiedenis van eerdere klimexpedities.[h] Hij keerde in 1898 terug naar de Kilimanjaro om de Kibo nogmaals te beklimmen, maar kwam deze keer niet verder dan de buitenste kraterrand.[49]

Begin 20e eeuw
Bundesarchiv Bild 105-DOA0435, Deutsch-Ostafrika, Kilimandscharo, Höhleneingang.jpg 
Duitse expeditieleden verkennen in 1906 een grot in de helling van de Kibo[50]
Der-Kilimandscharo.jpg 
Duitse soldaten en Afrikaanse dragers in een Wachagga-dorp[51]

Rond het begin van de 20e eeuw namen westerse invloeden in het gebied van de Kilimanjaro steeds meer toe. In 1892 was de eerste zendingspost van de Evangelisch-Lutherse Kerk in Moshi gesticht en er volgden er nog meer in Machame en andere Wachagga-nederzettingen. In 1908 hadden ruim vijftig Wachagga zich tot het protestante geloof bekeerd.[52] Tal van expedities bezochten het gebergte en het gebied werd grondig bestudeerd. In navolging van Hans Meyer bouwden Duitsers hutten op de Kilimanjaro om de klim te vereenvoudigen. Op een hoogte van 2550 meter werd de Bismarckhütte gebouwd en op een hoogte van 3450 meter Peters Hütte.[53] Deze werd vernoemd naar Carl Peters, de president van de DOAG.[54]

Mandara stierf in november 1891 en werd als hoofdman van Moshi opgevolgd door zijn zoon Meli. Marealle, de hoofdman van Marangu, zag hierin een kans om zijn eigen positie te versterken en zijn macht uit te breiden. Hij nodigde Carl Peters in zijn dorp uit om hier zijn hoofdkwartier te vestigen en speelde de Duitse strijdkrachten uit tegen hoofdmannen van andere belangrijke dorpen, waaronder Moshi. Op 21 december 1899 werden negentien vooraanstaande Wachagga door de Duitsers geëxecuteerd, waaronder Meli en andere belangrijke hoofdmannen. Marealle werd zo de machtigste heerser op de Kilimanjaro. In 1904 werd hij er door onbekenden van beschuldigd een opstand tegen de Duitsers te beramen en vluchtte hij naar Kenia.[55]

De DOAG speelde niet alleen een beslissende rol in de burgeroorlogen van de Wachagga, maar rekruteerde ook een groot aantal dwangarbeiders voor hun talrijke plantages op de hellingen van de Kilimanjaro.[56] De onvrede onder de Wachagga nam hierdoor steeds meer toe. Volgens een open brief die in 1906 in het Rijksdaggebouw werd voorgelezen, hadden Duitse soldaten honderden onwillige inwoners gedood. Kort daarna werd Carl Peters uit zijn functie ontheven en begon de koloniale regering toegeeflijker te staan tegenover de Wachagga.[57] Zij sloten zelfs een bondgenootschap met hen om samen tegen de rebellerende Masai aan de noordzijde van de Kilimanjaro te strijden.[53]

De Duitse landmeter Max Lange bereikte in 1909 de top van de Kibo voor de tweede maal.[58] De beklimming van de Mawenzi is technisch moeilijker, maar op 29 juli 1912 slaagden de Duitsers Fritz Klute en Edward Oehler erin om de hoogste top van deze berg, die zij de naam Hans-Meyer-Spitze (tegenwoordig 'Hans Meyer Peak') gaven, te bereiken.[49] Het tweetal klom vervolgens naar de top van de Kibo via de inmiddels verdwenen Drygalskigletsjer aan de westzijde.[59] In datzelfde jaar werd de Kibo voor een vierde maal bedwongen door Walter Furtwängler en Ziegfried König. Zij waren de eerste Europeanen die skiënd de Kibo afdaalden.[60] Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd de Kaiser-Wilhelm-Spitze in totaal zes maal bedwongen.[49]

Koloniale strijd (1914-1919)
 
Gerekruteerde strijdkrachten van het Duitse koloniale leger in de omgeving van de Kilimanjaro[50]

Gedurende de Eerste Wereldoorlog trachtte het Verenigd Koninkrijk Duits-Oost-Afrika in te nemen. Na de nederlaag geleden te hebben in de havenstad Tanga trokken Indiase strijdkrachten van het Britse leger op 3 november 1914 naar Longido, een dorp op de zuidwestelijke helling van de Kilimanjaro. De strijdkrachten liepen in een hinderlaag van het Duitse koloniale leger, dat onder leiding stond van generaal Paul von Lettow-Vorbeck. Het Britse leger zag zich na verlies van manschappen, voedsel en uitrusting genoodzaakt om zich terug te trekken naar Brits-Oost-Afrika.[61] Ook later in de Eerste Wereldoorlog werden gevechten geleverd in de omgeving van de Kilimanjaro, waaronder een grote veldslag te Moshi in maart 1916.[62]

Op 25 november 1918 capituleerde Von Lettow en kwam Duits-Oost-Afrika onder Brits gezag. De Kilimanjaro kreeg zijn oorspronkelijke naam weer terug. Zeven maanden later, op 28 juni 1919, werd het Verdrag van Versailles ondertekend, waarbij het gebied in tweeën werd gedeeld. Het Verenigd Koninkrijk kreeg het mandaatschap over Tanganyika, een gebied dat nu bekendstaat als Tanzania. Het overige deel was Ruanda-Urundi, het huidige Rwanda en Burundi. Dit werd aan België toegewezen.[63]

Onder Brits koloniaal bestuur (1919-1961)
 
Luchtfoto van de Kibo uit 1938

Het Britse koloniale bestuur gaf de hellingbossen van de Kilimanjaro in 1921 de status van natuurreservaat en riep daarmee een halt toe aan een verdere uitbreiding van de koffie- en bananenplantages.[64] Europese klimexpedities waren tijdens de Eerste Wereldoorlog opgeschort, maar werden nu hervat. De Britse geograaf Clement Gillman was in 1921 de eerste Europeaan die na 1914 de krater van de Kibo bereikte. In 1924 beklom de Zuid-Afrikaan George Londt de Mawenzi om Hans Meyer Peak te bereiken. Hij raakte echter verdwaald en ontdekte bij toeval de 4958 meter hoge zuidelijke top van de Mawenzi, die nu bekendstaat als Londt Peak.[65]

Van succesvolle beklimmingen verricht door Europeanen werd doorgaans uitvoerig verslag gedaan, maar er werd zelden melding gemaakt van de lokale inwoners die daarbij hulp verleenden. In 1926 maakte de Duitse Universum Film AG filmopnames van de Kilimanjaro, waarin Wachagga werden getoond die de Kilimanjaro beklommen. Op deze wijze werden Msameri, een voormalig expeditielid van Hans Meyer, en zijn zoon Oforo vereeuwigd.[65] Oforo, die eerder George Londt naar de zuidelijke top van de Mawenzi vergezelde en later nog tal van andere bergbeklimmers heeft begeleid, werd later bekend als de eerste Mchagga die de Kaiser-Wilhelm-Spitze bereikte.[i][66]

In 1926 ontdekte de Britse bergbeklimmer Donald Latham op een hoogte van 5638 meter het bevroren karkas van een luipaard op een plek van de kraterrand van de Kibo die tegenwoordig bekendstaat als Leopard Point en iets ten noorden ligt van Gillman's Point.[67] Hij publiceerde zijn vondst in de Geographical Journal van december 1926, samen met een foto van Oforo die bij het karkas poseerde.[68] De Duitse zendeling Richard Reusch maakte in de periode tussen 1925 en 1927 een groot aantal beklimmingen van de Kilimanjaro.[j] Tijdens een van zijn tochten stuitte ook hij op het bevroren karkas en sneed een stuk van een oor af als souvenir. De bevroren luipaard bleef op zijn plek tot aan het begin van de jaren 30, waarna hij door onbekende oorzaak verdween.[66] Bij een andere tocht klom Reusch naar de later naar hem vernoemde Reuschkrater en ontdekte daarin de Ash Pit.

 
De Kibo Hut werd in 1932 gebouwd

De berg werd vanaf eind jaren 20 steeds frequenter door bergsporters beklommen. Dergelijke klimexpedities en de luchtfoto's die vanaf 1930 van de Kilimanjaro werden gemaakt brachten de berg verder in kaart. Met het oog op het toenemende aantal bergsporters werd in juli 1929 te Moshi de Mountain Club of East Africa opgericht, die later de Kilimanjaro Mountain Club werd. In 1932 werd op 4703 meter hoogte de Kibo Hut gebouwd, die samen met de Bismarckhütte en Peters Hütte moest voorzien in voldoende accommodatie voor de beklimmers van de Kibo.[70]

Bill Tilman en Eric Shipton, twee Engelse bergbeklimmers die eerder de Mount Everest hadden beklommen, bezochten in 1930 de berg met als doel de Hans Meyer Peak te bereiken. Bij hun eerste poging raakten zij echter gedesoriënteerd en ontdekten zo bij toeval Nordecke Peak.[66] Bill Tilman keerde in 1933 terug om de Kibo te beklimmen en sloeg zijn kamp op in de krater. Bij een inspectie van de Ash Pit ontdekte hij de fumarolen, die op dat moment een zwavelgeur verspreidden. Dit bewijs van vulkanische activiteit veroorzaakte verwondering bij geologen en verontrusting bij de lokale bevolking, daar men tot die tijd geloofde dat de Kibo een uitgedoofde vulkaan was.[70][71] Onderzoek van de krater door de Universiteit van Sheffield wees in 1957 echter uit dat de Kibo een slapende vulkaan is, die waarschijnlijk aan het uitdoven is.[72]

Onafhankelijkheid van Tanzania
 
De Kaiser-Wilhelm-Spitze werd in 1961 omgedoopt in Uhuru Peak

In 1954 richtte Julius Nyerere de Tanganyika African National Union (TANU) op, een politieke partij die pleitte voor een onafhankelijke regering. Tijdens een toespraak in 1959 sprak hij de volgende woorden:

We, the people of Tanganyika, would like to light a candle and put it on top of Mount Kilimanjaro which would shine beyond our borders giving hope where there was despair, love where there was hate and dignity where before there was only humiliation.

(Wij, het volk van Tanganyika, zouden een kaars op willen steken en deze op de top van de Kilimanjaro plaatsen, zodat hij kan schijnen tot voorbij onze grenzen en hoop geven waar eens wanhoop was, liefde waar eens haat was en waardigheid waar eens louter vernedering bestond.)

— Julius Nyerere, 1959[73]

Toen Tanganyika in 1961 een zelfstandig land werd, liet Nyerere een fakkel plaatsen op de top van de Kibo. Deze heette niet langer de Kaiser-Wilhelm-Spitze, maar werd omgedoopt in Uhuru Peak, ter ere van Tanganyika's onafhankelijkheid. Uhuru is namelijk Swahili voor 'vrijheid'.[74] In 1962 werd Tanganyika een zelfstandige republiek, die zich twee jaar later verenigde met de Volksrepubliek Zanzibar en Pemba tot de huidige Verenigde Republiek Tanzania.

 
Ingang van het Nationaal park Kilimanjaro te Marangu

Ondertussen groeide de populariteit van de Kilimanjaro als toeristische trekpleister. Alleen al in 1959 werd de berg beklommen door meer dan zevenhonderd personen, van wie slechts de helft Gillman's Point bereikte.[75] Met het oog op de groeiende stroom toeristen werd in 1971 ten westen van Moshi het Kilimanjaro International Airport gebouwd, dat op 2 december zijn deuren opende.[76] In 1973 werd het Nationaal park Kilimanjaro gesticht onder het beheer van de Tanzania National Parks Authority. Het park omvatte aanvankelijk het hele bergmassief boven de boomgrens. De Bismarckhütte en Peters Hütte werden afgebroken en op dezelfde plaats werden respectievelijk de Mandara Hut en de Horombo Hut opgetrokken. In 1977 opende het park zijn deuren voor het publiek. UNESCO noemde de Kilimanjaro een "uitstekend voorbeeld van een bijzonder natuurverschijnsel"[k] en plaatste het Nationaal Park in 1987 op de Werelderfgoedlijst.[77]

21e eeuw

Sinds 2005 vallen ook de hellingbossen van de Kilimanjaro tot het beheersgebied van het Nationaal park Kilimanjaro en beslaat het een oppervlakte van 75 575 hectare. Doelstellingen van het park zijn onder andere beheer van de natuur, protectie van beschermde diersoorten, voorlichting van de lokale bevolking en toezicht op het toerisme.[78] In 2008 kondigde de Tanzaniaanse minister Shamsa Mwangunga aan dat 4,8 miljoen bomen van inheemse soorten rond de Kilimanjaro zouden worden geplant. Deze bomen moeten verdere erosie op de hellingen voorkomen en de waterbronnen beschermen.[79] Aan dit project nemen naast de lokale bevolking ook internationale organisaties als het UNDP deel.[80]

François Bart, e.a., p. 63 Alex Stewart p. 74 Foto genomen door Walther Dobbertin tussen 1906 en 1918 (en) John A. Shoup, Ethnic Groups of Africa and the Middle East: An Encyclopedia (2011, ABC-CLIO) (en) H.J. Habakkuk, The Cambridge Economic History of Europe: Trade and industry in the middle ages (1944, Cambridge University Press) Hans Meyer, p. 5, 6 (en) PilotGuides.com: Susi O'Neill, The Blood of a Nation of Slaves in Stone Town (en) William Desborough Cooley, The Geography of N'yassi, or the Great Lake of Southern Africa, Investigated; With an Account of the Overland Route from the Quanza in Angola to the Zambézi in the Government of Mozambique (Journal of the Royal Geographical Society of London, Volume 15. 1 januari 1845) a b c Alex Stewart, p. 77 (en) Didier S.S. Madzayo, Retracing Dr. Ludwig Krapf footsteps and Legacy (1844- to date) (en) Johannes Rebmann Foundation: Missionaries from Gerlingen: Johannes Rebmann - Childhood and youth (en) John Reader, Kilimanjaro (1982, Universe Books) (en) Church Missionary Intelligencer, Volume I, mei 1849 a b c d (en) Richard Thornton in American journal of science: the first scientific journal in the United States: devoted to the geological sciences and to related fields, 1862 Band 34 p. 87-89 Kilimanjaro, the Snow Covered Equatorial Peak of Africa a b Cameron M. Burns, p. 16 (en) William Desborough Cooley, Inner Africa laid open (1852) a b c d (en) The Geological Society: Mr Thornton, I presume? (Geoscientist 21.07, augustus 2011) Illustratie in Reisen in Ost-Afrika in den Jahren 1859 bis 1865 door Ernst Heyn, 1869 (en) Thompson Cooper: Dictionary of National Biography, 1885-1900, Volume 12 Hans Meyer, p. 10 (en) Baron Carl Claus von der Decken - 1833-1865 - Collectors in East Africa - 31.. Conchological Society of Great Britain and Ireland. Gearchiveerd op 16 juli 2015. Geraadpleegd op 11 april 2016. Hans Meyer, p. 15 a b c (en) Charles New, Life, Wanderings, and Labours in Eastern Africa (Hodder and Stoughton, 1873) a b (en) Sanford H. Bederman (september 2012). The Reverend Charles New: Nineteenth-Century Missionary and Explorer in Eastern Equatorial Africa. Terrae Incognitae 44 (2): 110-123 (Society for the History of Discoveries). DOI: 10.1179/0082288412Z.0000000008. Gearchiveerd van origineel op 6 augustus 2021. Geraadpleegd op 18 april 2016. (en) Otto Friedrich Raum, Sally Falk Moore, Chaga Childhood: A Description of Indigenous Education in an East African Tribe (1940, LIT Verlag Münster) a b c Cameron M. Burns, p. 17 Hans Meyer, p. 12 Hans Meyer, p. 14, 15 Harry Hamilton Johnston, The Kilima-njaro Expedition – A Record of Scientific Exploration in Eastern Equatorial Africa (1886) Illustratie uit Geschichte des Araber-Aufstandes in Ost-Afrika door Rochus Schmidt (1892) a b (en) Encyclopædia Britannica German East Africa (1911)
(de) Bruno Kurtze, Die Deutsch-Ostafrikanische Gesellschaft – Ein Beitrag zum Problem der Schutzbriefgesellschaften und zur Geschichte Deutsch-Ostafrikas (1913, Jena)
(en) Tom Claytor: The border between Tanzania and Kenya (3 juli 1996) (en) Philip Briggs, Guide to Tanzania; 2nd edition (1996, Bradt Guides) (de) Heinrich Schnee, Deutsches Koloniallexikon: Carl Peters (Band III, Leipzig: Quelle & Meyer, 1920, S. 40) (en) Ludwig Ritter von Höhnel, Discovery of Lakes Rudolf and Stefanie: A Narrative of Count Samuel Teleki's Exploring & Hunting Expedition in Eastern Equatorial Africa in 1887 & 1888, Volume 1. (Longmans, Green, 1894) Hans Meyer, p. vii a b Alex Stewart, p. 82 (en) UltimateUngulate.com: Abbott's duiker - Cephalophus spadix (en) ClimbMountKilimanjaro.com: The conquest of Kilimanjaro Hans Meyer, p. 18 Illustratie door de Franse missionaris Alexandre Le Roy John Iliffe, p. 59, 100; Charles Dundas, p. 82 Hans Meyer, afb. III; Kaart door Hermann Keil (en) I.J. Demhardt, German contributions to the cartography of South West and East Africa from mid 19th century to World War I (University of Technology Darmstadt) (en) Meyer And Purtscheller Were Not Alone. Tanzanian Affairs (1 januari 1990). Gearchiveerd op 17 juli 2015. Geraadpleegd op 15 februari 2016.
(en) Mary Fitzpatrick, Tim Bewer, Lonely Planet Tanzania (2012, Lonely Planet)
(en) Henry Stedman, Kilimanjaro: The Trekking Guide to Africa's Highest Mountain (2010, Trailblazer Publications) (en) Peakery.com: Klute Peak Alex Stewart, p. 84 a b c Alex Stewart, p. 19 a b Foto door Walther Dobbertin Illustratie in Brockhaus Kleines Konversations-Lexikon (1911) door Rudolf Hellgrewe François Bart, e.a., p. 132 a b (en) ClimbMountKilimanjaro.com: The Germans in East Africa John Iliffe, p. 101 John Iliffe, p. 101, 102, 121 John Iliffe, p. 154 Charles Dundas, p. 101 (de) Max Lange (1912). Eine Kibo-Besteigung. Zeitschrift der Gesellschaft für Erdkunde zu Berlin: 513-522 (Ernst Siegfried Mittler und Sohn). Gearchiveerd van origineel op 6 augustus 2021. Geraadpleegd op 18 april 2016. Alex Stewart, p. 85 (de) Bernd Schuster, Atemlos am Kilimanjaro: Abenteuerliche Reisenovellen (2014, Epubli) (en) Edwin P. Hoyt, Guerrilla: Colonel von Lettow-Vorbeck and Germany's East African Empire (1981) (en) W.O. Henderson, Studies in German Colonial History (2012, Routledge) (en) The Peace Treaty of Versailles - 28 June, 1919
(en) John Iliffe, A Modern History of Tanganyika (1979, Cambridge University Press)
(en) Melissa Leach, Ian Scoones, Carbon Conflicts and Forest Landscapes in Africa(2015, Routledge) a b Alex Stewart, p. 86 a b c d Alex Stewart, p. 87 (en) Luke Hunter, Wild Cats of the World (2015, Bloomsbury Publishing) (en) Gwynneth Latham, Michael Latham, Kilimanjaro Tales: The Saga of A Medical Family in Africa (1995, The Radcliffe Press) Citefout: Onjuist label <ref>; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam volga a b Alex Stewart, p. 89 (en) H.W. Tilman, Snow on the Equator: Mount Kenya, Kilimanjaro and the great African odyssey (en) D.W. Humphries, Preliminary Notes of the Glaciology of Kilimanjaro (16 mei 1959) (en) , Robert W. July, An African Voice: The Role of the Humanities in African Independence (1987, Duke University Press) (en) D. F. O. Dangar (1965). Dangar Alpine Notes. The Alpine Journal 70 (310-311): 328. Gearchiveerd van origineel op 3 december 2013. Geraadpleegd op 18 april 2016. Cameron M. Burns, p. 20 (en) Nieuwsblad  The New York Times, Tanzania Airport Opens (3 december 1971) Alex Stewart, p. 93 Citefout: Onjuist label <ref>; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam UNESCO (en) Mt Kilimanjaro – the snow cover is increasing says Tanzanian minister (januari 2008) (en) UNDP in Tanzania (tz.undp.org): Hope for the future; tree planting in Vunta Village, Same District, Kilimanjaro Region (1 juli 2015)


Citefout: Er bestaat een label <ref> voor de groep "kleine-letter", maar er is geen bijbehorend label <references group="kleine-letter"/> aangetroffen

Photographies by:
Sergey Pesterev - CC BY-SA 4.0
Statistics: Position
346
Statistics: Rank
221557

Reactie toevoegen

CAPTCHA
Beveiliging
429381657Click/tap this sequence: 2525
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.

Google street view

Where can you sleep near Kilimanjaro (berg) ?

Booking.com
498.335 visits in total, 9.224 Points of interest, 405 Bestemmingen, 170 visits today.