Kalmarunionen ( Unie van Kalmar )

De Unie van Kalmar verenigde de drie Scandinavische koninkrijken Denemarken, Noorwegen en Zweden onder één monarch in 1397. Ze omvatte tevens IJsland, Groenland, de Faeröer, de Orkneyeilanden, de Shetlandeilanden, Sleeswijk, Holstein en Finland (gedeeltelijk), die bestuurd werden door een van de drie. De drie koninkrijken bleven echter als zelfstandige staten bestaan en waren slechts verbonden door hun gezamenlijke monarch.

Zweedse ontevredenheid over het Deense streven naar een gecentraliseerd bestuur leidde tot diverse conflicten. Uiteindelijk zouden die leiden tot het uiteenvallen van de Unie in 1523, waarna de Unie officieel nog door Denemarken en Noorwegen werd voortgezet. Met de degradatie van Noorwegen tot Deense provincie in 1536 werd de Unie opgeheven, waarna Denemarken-Noorwegen werd gevormd.

De personele unie werd gevormd door koningin Margareta I van Denemarken op Kalmar slott te Kalmar, bij de (toenmalige) grens met Denemarken (Skåneland), nadat Deense en Zweedse troepen de Zweedse koning, Albrecht van Mecklenburg hadden verslagen. Koningin Margareta kon haar neefje Erik van Pommeren op de Noorse troon krijgen, die vervolgens tot koning van de beide andere landen werd uitgeroepen. Margareta had beloofd de politieke invloed en voorrechten van de adel te beschermen; koning Erik streefde daarentegen naar versterking van de monarchie.

Bestemmingen