Context of Himalaya

De Himalaya, ook wel Himalayagebergte of Himalaya's genoemd (Hindi/Nepali: हिमालय, Himālaya; Tibetaans: ཧི་མ་ལ་ཡ; Urdu: سلسلہ کوہ ہمالیہ, Salsal-kwe-Himalay; Chinees: 喜马拉雅山脉, pinyin: Xǐmǎlāyǎ Shānmài), is een hooggebergte in het midden van Azië. De Himalaya vormt de scheiding tussen de hoogvlakten van het Tibetaans Plateau in het noorden en de riviervlaktes van het Indisch Subcontinent in het zuiden.

In ruime zin worden aangrenzende gebergtes als de Karakoram, Hindoekoesj, Pamir en Kunlun tot de "Grotere Himalaya" gerekend. Al deze gebergtes behoren geologisch gezien tot hetzelfde systeem. Als alleen de eigenlijke Himalaya wordt genomen, is de totale lengte rond de 2400 km. De breedte varieert tussen de 200 en 400 km. De Himalaya bevat meer dan 40 bergtoppen boven de 7000 meter hoogte en 9 toppen boven de 8000 meter. Daaronder is de hoogste berg ter wereld, de Mount Everest (8850 m hoog). De Himalaya valt bestuurlijk onder de grootmac...Lees meer

De Himalaya, ook wel Himalayagebergte of Himalaya's genoemd (Hindi/Nepali: हिमालय, Himālaya; Tibetaans: ཧི་མ་ལ་ཡ; Urdu: سلسلہ کوہ ہمالیہ, Salsal-kwe-Himalay; Chinees: 喜马拉雅山脉, pinyin: Xǐmǎlāyǎ Shānmài), is een hooggebergte in het midden van Azië. De Himalaya vormt de scheiding tussen de hoogvlakten van het Tibetaans Plateau in het noorden en de riviervlaktes van het Indisch Subcontinent in het zuiden.

In ruime zin worden aangrenzende gebergtes als de Karakoram, Hindoekoesj, Pamir en Kunlun tot de "Grotere Himalaya" gerekend. Al deze gebergtes behoren geologisch gezien tot hetzelfde systeem. Als alleen de eigenlijke Himalaya wordt genomen, is de totale lengte rond de 2400 km. De breedte varieert tussen de 200 en 400 km. De Himalaya bevat meer dan 40 bergtoppen boven de 7000 meter hoogte en 9 toppen boven de 8000 meter. Daaronder is de hoogste berg ter wereld, de Mount Everest (8850 m hoog). De Himalaya valt bestuurlijk onder de grootmachten India en China (Tibet) en de kleinere berglanden Nepal en Bhutan. Het uiterste westen van het gebergte ten slotte valt onder Pakistan. De Himalaya is het brongebied van enkele van de grootste rivieren van Azië, die honderden miljoenen mensen van drinkwater voorzien.

De Himalaya speelt daarom een belangrijke rol in de Indiase en Tibetaanse mythologie, religie en literatuur. De naam Himalaya stamt uit het Sanskriet en is een samenvoeging van de woorden hima (sneeuw) en layas (woonplaats): letterlijk: "woonplaats in de sneeuw". Het gebergte wordt door zowel hindoes als Tibetaanse boeddhisten beschouwd als de woonplaats van de belangrijkste goden. In de loop van de geschiedenis heeft de Himalaya naast miljoenen hindoeïstische en boeddhistische pelgrims verschillende groepen bezoekers getrokken: Indiase vorsten die in de zomer het koelere bergklimaat opzochten, westerse ontdekkingsreizigers en koloniale bestuurders, en vanaf de 19e eeuw bergklimmers en toeristen, de laatsten vaak op zoek naar spirituele zingeving.

More about Himalaya

Population, Area & Driving side
  • Gebied 600000
Historie
  •  
    Karavaan met jaks als lastdieren in Tibet, 1875. Schilderij van Vasili Veresjtsjagin.

    De aanwezigheid van Indo-Arische groepen uit Centraal-Azië is in de westelijke Himalaya terug te voeren tot rond 2000 v.Chr. Daarvandaan verspreidden deze groepen zich verder over het Indisch Subcontinent, om de Vedische beschaving te stichten. Vanuit het noorden werd het gebergte bevolkt door Tibetaanse volkeren. De uitlopers van de Himalaya bleven een menggebied tussen de hindoeïstische beschaving van de Indus-Gangesvlakte en de stammen uit de heuvels, de Pahari's.

    Het boeddhisme ontstond in de 5e eeuw v.Chr. in de Ganges-vlakte. Onder het Mauryarijk raakte het over het Indische Subcontinent verspreid, maar in de eerste eeuwen n.Chr. ondervond het weer een teruggang ten gunste van het hindoeïsme. De 6e eeuw zag de opkomst van een machtig Tibetaans koninkrijk dat grote delen van de Himalaya besloeg. De Indiase boeddhistische monnik Padmasambhava bracht in de 8e eeuw het boeddhisme naar dit Tibetaanse koninkrijk. De grote Tibetaanse kloosterordes ontstonden echter pas na de 14e eeuw.

    De islam arriveerde in de 9e eeuw in het Indisch Subcontinent, maar pas met de stichting van het sultanaat Delhi raakte de religie tot aan de uitlopers van de Himalaya verspreid. Sommige sultans lieten niet-moslims vervolgen, met als gevolg dat veel hindoeïstische lokale heersers de heuvels in vluchtten. In de 15e en 16e eeuw vestigden deze Rajputs overal in het westelijke en centrale deel van het gebergte eigen staatjes. De zuidkant van het gebied werd daardoor permanent hindoeïstisch. De meeste van deze staatjes werden schatplichtig aan het Mogolrijk, dat in de 16e tot 18e eeuw het grootste deel van het subcontinent besloeg.

    ...Lees meer
     
    Karavaan met jaks als lastdieren in Tibet, 1875. Schilderij van Vasili Veresjtsjagin.

    De aanwezigheid van Indo-Arische groepen uit Centraal-Azië is in de westelijke Himalaya terug te voeren tot rond 2000 v.Chr. Daarvandaan verspreidden deze groepen zich verder over het Indisch Subcontinent, om de Vedische beschaving te stichten. Vanuit het noorden werd het gebergte bevolkt door Tibetaanse volkeren. De uitlopers van de Himalaya bleven een menggebied tussen de hindoeïstische beschaving van de Indus-Gangesvlakte en de stammen uit de heuvels, de Pahari's.

    Het boeddhisme ontstond in de 5e eeuw v.Chr. in de Ganges-vlakte. Onder het Mauryarijk raakte het over het Indische Subcontinent verspreid, maar in de eerste eeuwen n.Chr. ondervond het weer een teruggang ten gunste van het hindoeïsme. De 6e eeuw zag de opkomst van een machtig Tibetaans koninkrijk dat grote delen van de Himalaya besloeg. De Indiase boeddhistische monnik Padmasambhava bracht in de 8e eeuw het boeddhisme naar dit Tibetaanse koninkrijk. De grote Tibetaanse kloosterordes ontstonden echter pas na de 14e eeuw.

    De islam arriveerde in de 9e eeuw in het Indisch Subcontinent, maar pas met de stichting van het sultanaat Delhi raakte de religie tot aan de uitlopers van de Himalaya verspreid. Sommige sultans lieten niet-moslims vervolgen, met als gevolg dat veel hindoeïstische lokale heersers de heuvels in vluchtten. In de 15e en 16e eeuw vestigden deze Rajputs overal in het westelijke en centrale deel van het gebergte eigen staatjes. De zuidkant van het gebied werd daardoor permanent hindoeïstisch. De meeste van deze staatjes werden schatplichtig aan het Mogolrijk, dat in de 16e tot 18e eeuw het grootste deel van het subcontinent besloeg.

    Koloniale tijd

    Na het ineenstorten van het Mogolrijk ontstond een machtsvacuüm, waarin de Britten het subcontinent geleidelijk aan onderwierpen. De Britten kregen echter nooit macht over Tibet en het koninkrijk van de Gurkha's in het tegenwoordige Nepal. Andere lokale heersers werden semi-onafhankelijke vazallen van de Britten.

    Zowel de Mogols als de Britten zagen de machthebbers het gebergte als een goede plek om te verpozen tijdens het hete seizoen. De Mogols lieten paleizen en tuinen aanleggen in Kasjmir. De Britten stichtten een keten van "hill stations", waar de koloniale heersers villa's aanlegden tussen de theeplantages.

    Post-koloniale tijd

    De onafhankelijkheid van Brits-Indië in 1947 leidde tot de stichting van twee nieuwe staten: India en Pakistan. De onder Brits-Indië vallende onafhankelijke of semi-onafhankelijke prinsenstaatjes van de zuidelijke Himalaya sloten zich bij een van beide staten aan. Uitzonderingen vormden Nepal, Sikkim en Bhutan, die onafhankelijk bleven. Sikkim trad in 1975 onder dreiging van een Chinese invasie alsnog toe tot India.

    China en India voerden in 1962 oorlog over gebieden in zowel het oosten als westen van de Himalaya. Het belangrijkste conflict in het gebied is echter dat tussen India en Pakistan over Kasjmir. Omdat de hindoeïstische maharadja van deze vazalstaat van de Britten aanvankelijk niet wilde kiezen voor aansluiting bij een van beide staten, eisten ze het gebied beide op. In 1947, 1965, 1971 en 1999 voerden de twee landen oorlogen om Kasjmir.

    Tot aan de 20e eeuw bleef de lokale maatschappij in het hele gebied sterk feodaal geregeld: ten zuiden van het gebergte waren de machthebbers hindoeïstische vorsten, in het noorden heersten de boeddhistische kloosterordes. Daaraan kwam halverwege de 20e eeuw een abrupt einde met de invoering van lokale democratie in India en Pakistan en de verovering van Tibet door het Chinese Rode Leger. De Chinezen meenden de Tibetanen te hebben bevrijd van een theocratie, maar in de praktijk wordt het gebied sindsdien als een politiestaat geregeerd vanuit Beijing. Er vonden massale opstanden tegen het Chinese bestuur plaats in 1957, tussen 1987 en 1993 en in 2008. Een groot aantal Tibetanen vluchtte over de bergen naar India en Nepal, waar ze in veel plaatsen gemeenschappen in ballingschap stichtten.

    Nepal bleef een absolute monarchie tot aan het einde van de eeuw, maar in 2006 werd de laatste koning na een volksoproer gedwongen af te treden.

    Read less

Where can you sleep near Himalaya ?

Booking.com
490.610 visits in total, 9.208 Points of interest, 405 Bestemmingen, 82 visits today.